PDF Opties

3. Op weg naar de begroting 2023

In de aanbiedingsbrief is gemeld dat er met het oog op de uitwerking van het coalitieakkoord en de onzekerheid van de rijksinkomsten besloten is om dit jaar de keuzes voor 2023 in de Programmabegroting 2023 aan u voor te leggen. Daarbij geldt dat de hoge kostenstijgingen hier en daar ook aanpassingen in de begroting behoeven en wellicht om redenen van betaalbaarheid ook prioritering. Er is sprake van een hoge stijging van energie en voedsel (van invloed op CPI), bouwkosten en kosten van grond-, weg- en waterbouw. De begroting zal naar verwachting niet in staat zijn al deze stijgingen binnen de bestaande budgetten te kunnen opvangen. In dit hoofdstuk wordt daarbij kort aangeduid wat de belangrijkste nader uit te werken onderdelen zijn. U kunt dit zien als de ‘agenda richting de begroting’. Achtereenvolgens wordt behandeld:

  • loon- en prijsontwikkeling;

  • actualisatie Investeringsprogramma;

  • lokale heffingen;

  • coalitieakkoord;

  • meicirculaire 2022;

  • reserves.

Loon- en prijs ontwikkeling

Op diverse onderdelen in de begroting 2023 krijgen we te maken met meer dan reguliere kostenstijgingen. Waar dit om de exploitatiebudgetten gaat, zijn dit de bestaande uitgangspunten (zie bijlage):

  • loonontwikkeling: 3,0% (2022: 3,6%);

  • prijsontwikkeling: 1,5%;

  • prijsontwikkeling Jeugd/Wmo 2,0% (2022: 3,87%);

  • prijsontwikkeling Subsidies: 2,5%;

Op dit moment is er sprake van hopelijk incidenteel hoge prijsstijgingen. In de voorbereiding van de begroting zal bekeken moeten worden waar deze uitgangspunten incidenteel of voor een langere periode niet meer kloppen. Te denken valt aan bijvoorbeeld budgetten voor energie. Die worden dan in de begroting aan u voorgelegd.

Actualisatie investeringsprogramma

Het investeringsprogramma voor de komende jaren is groot. De stad groeit. Daarnaast is er op sommige onderdelen sprake van prijsstijgingen door grondstof- en personeelstekorten. Als we kijken naar de prijsstijgingen geldt dit bijvoorbeeld voor PVC bij rioleringswerkzaamheden en asfalt bij wegwerkzaamheden en hout en staal in de bouw. Het gevolg is dat verleende kredieten voor projecten als bijvoorbeeld bruggen, P3 en scholen niet meer afdoende zijn. Op dit moment worden onder andere de beheerplannen voor de openbare ruimte geactualiseerd en ook wordt het GRP en het IHP geactualiseerd. Dit moet voor de zomer klaar zijn. Als daarbij de actuele prijzen in beeld zijn, kan ook gekeken worden naar wat de organisatie (die ook te maken heeft met een krappe arbeidsmarkt) en de stad daadwerkelijk kan laten uitvoeren. Op basis hiervan kunnen aan u voorstellen worden voorgelegd voor indexering van kredieten, fasering en prioritering.

Lokale heffingen

De niet-kostendekkende heffingen worden in de begroting regulier gecorrigeerd voor inflatie op basis van het CPI cijfer van januari. Deze index is van januari 2021 tot januari 2022 met 6,4% gestegen. De niet-rijksleges en de lokale belastingen (OZB, roerende zaakbelasting, precariobelasting, reclamebelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting) zullen om die reden met dit percentage worden aangepast. Dit geldt niet voor de parkeerbelastingen. Daar vindt een ophoging met 13% plaats vanwege niet doorgevoerde indexering in de jaren 2019-2022. U ontvangt daarvoor een raadsvoorstel. De ramingen zullen hierop worden aangepast.

In de voorziening afvalstoffenheffing zit een ruime buffer na 2021, zodat deze kan worden aangewend om de tariefstijging te matigen. Het tarief rioolheffing zal worden bepaald op basis van het nieuwe GRP.

Het is de verwachting dat per 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking treedt. Er is inmiddels een nieuwe legestabel gemaakt die op belangrijke onderdelen tariefswijzigingen laat zien. U wordt hierover geïnformeerd.

Coalitieakkoord/Investeringsagenda

In de inleiding is vermeld dat het college de actiepunten van het coalitieakkoord gaat vertalen in concrete voorstellen t.b.v. de programmabegroting. Hiervoor is een werkgroep aan de slag. De eerder aangekondigde Investeringsagenda zal hier deel van uitmaken. Het college wil daarmee de wens invullen om ook voor de groeiopgaven ruimte in de komende begrotingen te maken. Niet alles zal namelijk in de komende begroting invulling kunnen krijgen.

In het kader van de Investeringsagenda wordt op basis van de feitelijke en demografische ontwikkeling van wijken en van de stad investeringen in beeld gebracht. In dat verband wordt ook de bredere ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie meegenomen: waar is versterking nodig. Ook deze uitbreiding kan worden gekoppeld aan de groei van de stad. Bij de begroting hopen wij daar de eerste resultaten van te kunnen presenteren om zo de raming van de groeiopgaven te kunnen onderbouwen.

Meicirculaire 2022

Als we alle vraagstukken in beeld hebben gebracht, is natuurlijk de spannende vraag: ‘Wat krijgen we van het Rijk vergoed?’. In de inleiding bent u geïnformeerd over de huidige problemen ten aanzien van het jaar 2026. Wij vertalen de uitkomsten van de circulaire om het budgettaire kader voor de programmabegroting te bepalen.

Reserves

Purmerend heeft nog een beperkt aantal bestemmingsreserves:

  • Woonvisie

  • Woningbouwprogrammering

  • Duurzaamheid

  • Parkeren

  • Gronden

  • Regionale Samenwerking ZaWa

De bestemmingsreserve Begraafrechten is in de jaarrekening 2021 vanwege andere interpretatie van de BBV regels omgezet in een voorziening. In het kader van de Begroting 2023 zal naar doel, saldo en aanwending worden gekeken.