PDF Opties

2. Het financieel perspectief

De jaarrekening 2021 zal sluiten met een ruim positief saldo. In hoofdzaak door rijksinkomsten uit de decembercirculaire en onderuitputting op diverse budgetten door covid en schaarste aan menskracht en materialen. Voor de nagestreefde solvabiliteitsverbetering van onze gemeente een goede stap. Het is echter niet representatief voor het financiële beeld. De begrotingsruimte 2022 en 2023 is positief. De jaren erna zijn net sluitend of negatief. Het is een trend van de afgelopen jaren. Het Rijk geeft de gemeente veel onzekerheid ten aanzien van toekomstige jaren (jeugd, Wmo, invoeringskosten Omgevingswet, klimaat). En geeft de gemeenten incidenteel veel geld als de besluitvorming van de gemeenteraad over het lopende dienstjaar al ruim in het verleden ligt. Zo heeft het Rijk de opschalingskorting bijvoorbeeld al twee keer incidenteel kwijtgescholden. Maar naar de toekomst maakt het Rijk ten aanzien van de compensatie van de jeugdzorg een terugtrekkende beweging en staat de opschalingskorting meerjarig fier overeind. Dit zijn vele miljoenen voor Purmerend. Verder is er sprake van een andere trend: het Rijk bemoeit zich steeds intensiever met waar de gemeenten het geld aan besteden. Er is een enorme stijging van specifieke uitkeringen met verantwoordingvoorschriften (toeslagenaffaire, inburgering, preventieakkoord, sportakkoord etc.) en als 'kers op de taart' is het Rijk zelfs voornemens een miljard uit het gemeentefonds te halen (afromen accres) voor de`woningbouwimpuls en volkshuisvestingsfonds en dit op eigen wijze te verdelen. Gemeenten dreigen meer en meer aan de leiband van het Rijk te lopen. Dit met de huidige gang van zaken rond de Hervormingsagenda Jeugd zet de bestuurlijke verhoudingen op scherp.

In deze Kadernota hebben we de structurele effecten van de jaarrekening verwerkt. Daarnaast zijn onvermijdelijke ontwikkelingen meegenomen zoals de hulp aan vluchtingen uit de Oekraïne, de stijgende inflatie- en energieprijzen en hogere noodzakelijke uitgaven verbonden partijen en openbare ruimte. Hiervoor is een dekkingsplan gemaakt bestaande uit voordelen door voornamelijk inzet van eerdere reserveringen in de begroting (o.a. herijking gemeentefonds en collectieve stelpost loon- en prijsontwikkeling).

U wordt voorgesteld om de onvermijdelijke ontwikkelingen, jaarrekeningeffecten, indexatie(s), het dekkingsplan en de uitgangspunten van de begroting (zie bijlage I) te verwerken in de lopende begroting 2022 en de meerjarenbegroting 2023-2026.

Het doorvertalen van het coalitieakkoord in samenhang met de afweging van de (essentiële) keuzes en de uitwerking van de Startnota van het Rijk vindt plaats bij de besluitvorming over de Programmabegroting 2023. In bijlage II worden voorstellen voor de zogenaamde budgettair neutrale wijzigingen gepresenteerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om subsidies die worden ontvangen waar even hoge uitgaven tegenover staan, budgetten die worden overgeheveld naar een ander programma, budgetten waar dekking uit een heffing/reserve tegenover staat. Ofschoon deze aanpassingen geen effect hebben op het financieel perspectief valt de vaststelling onder het budgetrecht van de gemeenteraad.

In onderstaande tabellen kunnen afrondingsverschillen zichtbaar zijn. Wij corrigeren deze niet handmatig.

Samengevat ziet het beeld van de meerjarenbegroting er als volgt uit:

(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

2026

Stand primitieve begroting 2022

5.186

3.139

287

1.028

1.028

1e wijziging op de primitieve begroting 2022 (besluit 1559156)

887

8

-561

-147

-147

Vertrekpunt Kadernota 2023

6.073

3.147

-275

881

881

A. Reeds genomen besluiten door college en raad

755

181

181

181

181

B. Jaarrekeningeffecten

-685

-384

-16

59

43

C. Onvermijdelijke ontwikkelingen

-1.548

-1.591

-1.619

-1.315

-1.582

D. Indexatie

-1.283

-1.420

-1.554

-1.764

-1.793

E. Dekkingsplan

2.211

3.297

2.326

2.354

2.347

Stand Kadernota 2023

5.523

3.231

-955

397

79

Voordeel

Voordeel

Nadeel

Voordeel

Voordeel

A. Reeds genomen besluiten college en raad

A. Reeds genomen besluiten door college en raad (bedragen x € 1.000)

Programma/beleidsveld

2022

2023

2024

2025

2026

I/S

1

Uitgifte kavel vervoerregio (collegebesluit)

07. Ruimtelijke ordening

-

181

181

181

181

S

2

Verkoop Spinnekop 2-3

07. Ruimtelijke ordening

803

-

-

-

-

I

3

Covid precario (collegebesluit)

Alg. dekkingsmiddelen

-48

-

-

-

-

I

Totaal reeds besloten

755

181

181

181

181

1. Uitgifte kavel vervoerregio

In december 2021 is besloten tot uitgifte van een kavel van de vervoerregio in erfpacht, gelegen aan de Polderweg op Baanstee Noord, ten behoeve van de realisatie c.q. exploitatie door de vigerende concessiehouder van een busremise. Dit gebeurt tegen betaling van een jaarlijkse canon. Dit leidt tot € 181.000 voordeel vanaf 2023.

2. Verkoop Spinnekop 2-3

Op 15 maart jl. heeft het college ingestemd met de verkoop van de school en de sporthal aan de Spinnekop 2-3 aan het samenwerkingsverband H20. Na verkoop ontstaat er een boekwinst van € 802.960.Deze boekwinst komt ten gunste van de algemene reserve.

3. Niet heffen precario (corona)

In december 2021 is besloten om de opbrengst precariobelasting voor het eerste kwartaal 2022 te verlagen met € 48.000 vanwege coronamaatregelen.

B. Jaarrekeningeffecten

Onderstaande ontwikkelingen zijn naar voren gekomen bij het opstellen van de jaarstukken 2021.

B. Jaarrekeningeffecten (bedragen x € 1.000)

Programma/beleidsveld

2022

2023

2024

2025

2026

I/S

1

Ontwikkelingen jeugdzorg

02. Samenleving/jeugd

-1.500

-1.148

-780

-796

-812

S

2

Ontwikkelingen beschermd wonen

02. Samenleving/mo

825

825

825

825

825

S

3

Leerlingenvervoer

02. Samenleving/onderwijs

-90

-90

-90

-

-

I

4a

Aanvullend krediet tijdelijke woningen

02. Samenleving/mo

-

-78

-77

-77

-76

S

4b

Reserve woonvisie tijdelijke woningen

Reservemutatie

-

78

77

77

76

S

5

Budget duurzaamheid

04. Milieu

80

80

80

80

80

S

6

Aanvullend krediet Bloeiende Perelaar

02. Samenleving/onderwijs

-

-51

-51

-50

-50

S

Totaal jaarrekeningeffecten

-685

-384

-16

59

43

1. Ontwikkelingen jeugdzorg

Uit de jaarrekening blijkt een tekort van € 1,5 miljoen op het totale budget van jeugdzorg. Hierin zitten ook enkele incidentele effecten, maar het beeld is dat het structurele jaarrekeningeffect ook € 1,5 miljoen is. Het voorstel is dit bedrag bij te ramen in 2022, maar niet volledig structureel. In 2023 wordt 75% van dit bedrag bijgeraamd en van 2024-2026 50% van dit bedrag (inclusief 2% indexatie per jaar). Dit is een aanname en gebeurt om een aantal redenen: (1) Het is aannemelijk dat corona invloed heeft gehad op het aantal jeugdigen in zorg en de ontwikkeling van de zorgvraag op dit moment. De verwachting is dat dit corona effect in de komende jaren zal afnemen. (2) Het sturend effect van de inzet van de door de raad beschikbaar gestelde middelen “Transitie Lokale Jeugdzorg” zal meerjarig zijn beslag gaan krijgen. (3) Er is een verwachting dat de gemiddelde kosten per jeugdige zullen afnemen door meer inzet aan de “voorkant” en minder inzet van specialistische jeugdhulp.

2. Ontwikkelingen beschermd wonen

De kosten voor beschermd wonen zijn veel lager dan begroot. In 2021 is een deel van deze zorg overgegaan naar de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Het budget is daarop aangepast, maar de realisatie pakt lager uit vanwege hogere aantallen WLZ-aanvragen, doorlopende vertragingen bij CIZ in de beoordeling hiervan en landelijke afspraken wat betreft de verevening van diegene die in de Wmo ter overbrugging bleven. Op basis van de jaarrekening is op het beleidsterrein beschermd wonen vrije ruimte beschikbaar. In de jaarrekening was € 1,5 miljoen over. Hiervan is in 2022 reeds € 400.000 beklemd voor enkele nieuwe projecten en is een deel benodigd voor Wmo-vraagstukken zoals maatwerkvoorzieningen en drukte aan het Wmo-loket. De vrije ruimte komt daarmee op € 0,8 miljoen en wordt ingezet als jaarrekeningeffect. Een deel van deze ruimte is ontstaan omdat nog geen invulling is gegeven aan de beweging ‘van beschermd wonen naar beschermd thuis’. Er wordt echter, gelet op de financiële situatie, voor gekozen om dit bij de Begroting 2023 te betrekken.

3. Leerlingenvervoer

Er is vanaf 2020 sprake van een structureel begrotingstekort op leerlingenvervoer. In de jaarrekening 2020 was dit door Covid nog niet goed zichtbaar. Door groei van het aantal kinderen binnen het leerlingenvervoer en uitbereiding van de soloritten van jeugdigen zijn de werkelijke lasten hoger dan begroot. Dit leidt tot een verwachte verhoging tot en met 2024 van € 90.000. Om dit budgettaire vraagstuk af te wenden, is echter aanpassing van het huidige beleid nodig gericht op minder solovervoer en extra inzet op zelfredzaamheid en het stimuleren van zelfstandigheid. De bedoeling is om vanaf schooljaar 2024/2025 een nieuw contract aan te gaan waarin de beleidswijzigingen zijn opgenomen.

4a en b. Tijdelijke woningen (kredietaanvraag € 1.300.000)

Het totaal beschikbaar gesteld krediet van € 14,8 miljoen voor de realisatie van 200 tijdelijke woningen blijkt onvoldoende. In september 2021 is er een aanvullend krediet beschikbaar gesteld van € 1,2 miljoen voor extra kosten zoals aanpassingen keukens, plaatsing gordijnen, indexering, nutsvoorzieningen, bouw- en woonrijp maken incl. sloop, projectkosten en bouwleges. Op basis van de gesloten contracten en de verwachte kosten tot het einde van het project is de verwachting dat het totaal aanvullende benodigde krediet € 1,3 miljoen hoger zal uitkomen. De verklaring daarvoor is gelijk aan wat we u in het voorstel voor de kredietuitbreiding hebben gemeld, alleen hadden deze bedragen hoger moeten zijn. In de voorbereiding op de kredietaanvraag in september 2021 is gerekend met verkeerde cijfers. We hebben gekeken of we deze extra investering ook (al dan niet gedeeltelijk) kunnen dekken binnen de business case. We zien daarvoor mogelijkheden. We zullen dit uitwerken en de resultaten van deze uitwerking verwerken in de begroting 2023.

5. Budget duurzaamheid

In de afgelopen jaarrekeningen is sprake geweest van omvangrijke onderuitputting op het onderdeel duurzaamheid. In dat verband zijn in de afgelopen 2e tussenrapportage van Purmerend middelen vrijgevallen in 2021 die in 2022 weer beschikbaar zijn. In de jaarrekening blijft opnieuw € 80.000 over. Het voorstel is dat budget te laten vrijvallen ten gunste van de begrotingsruimte.

6. Aanvullend krediet Bloeiende Perelaar (kredietaanvraag € 850.000)

In februari 2022 bent u geïnformeerd over de overschrijding van het krediet voor de tijdelijke uitbreiding school en kinderopvang Zuidoostbeemster (reg.nr. 1562957). Aanvullend is een krediet van € 850.000 benodigd. Dit leidt tot extra kapitaallasten van € 51.000 vanaf 2023 en wordt in 20 jaar afgeschreven.

C. Onvermijdelijke ontwikkelingen

Hieronder treft u de weergave van een aantal ontwikkelingen dat voldoet aan het criterium onvermijdelijk en derhalve in de begroting 2023 dient te worden verwerkt. De ontwikkelingen kennen veelal een structureel karakter, betreffen bijramingen van begrotingsposten en voldoen aan het criterium onvermijdelijk.

C. Onvermijdelijke ontwikkelingen
(bedragen x € 1.000)

Programma/beleidsveld

2022

2023

2024

2025

2026

I/S

1a

Budget hulp aan vluchtelingen Oekraïne

Diverse programma's

-8.000

-

-

-

-

I

1b

Af: Rijksbijdrage

Diverse programma's

8.000

-

-

-

-

I

2

GEO basisregistratie en informatievoorziening

01. Publiekdiensten

-100

-228

-235

-241

-248

S

3

Vergunningverlening APV en bijzondere wetten

01. Publiekdiensten

-71

-74

-76

-78

-81

S

4

Sociaal Medische Indicatie (SMI)

02. Samenleving/jeugd

-30

-30

-30

-30

-30

S

5

Ontwikkelingen GGD 3.0 (stelpost)

02. Samenleving/jeugd

-150

-150

-150

-150

-150

S

6

GGD Jeugdgezondheidszorg

02. Samenleving/jeugd

-57

-72

-72

-73

-75

S

7

GGD Veilig Thuis

02. Samenleving/jeugd

-

-133

-135

-138

-141

S

8a

Energietoeslag

02. Samenleving/W&I

-3.200

-

-

-

-

I

8b

Af: Rijksbijdrage

02. Samenleving/W&I

3.200

-

-

-

-

I

9

Peuteropvang, J&J werk, sport en RTV Purmerend

02. Samenleving/divers

-114

-129

-129

-129

-129

S

10

Uitvoering Sociaal Woonakkoord

03. Wonen

-72

-149

-154

-158

-163

S

11

Zwerfafval

06. Beheer openbare ruimte

-

-37

-37

-37

-37

S

12

Extra capaciteit dossiers openbare ruimte

06. Beheer openbare ruimte

-56

-116

-120

-62

-

I

13

Herinrichting omgeving MFC De Boomgaard

06. Beheer openbare ruimte

-

-

-39

-39

-39

S

14

Duurzame inzetbaarheid zware beroepen

06. Beheer openbare ruimte

-160

-160

-160

-160

-160

S

15

Herschikking groenbeheer

06. Beheer openbare ruimte

-41

-42

-43

-45

-46

S

16

Asbestsanering Overwhere Zuid

06. Beheer openbare ruimte

-50

-

-

-

-

I

17

Beheerplan beweegbare bruggen 2022

06. Beheer openbare ruimte

-31

-31

8

216

-88

S

18

Ontwerpkosten parkenplan

07. Ruimtelijke ordening

-125

-

-

-

-

I

19

Handhaving openbare ruimte

08. Veiligheid

-232

-240

-247

-191

-197

S/I

20

Voorziening wachtgeld bestuurders

10. Bestuur en concern

-259

-

-

-

-

I

Totaal onvermijdelijke ontwikkelingen

-1.548

-1.591

-1.619

-1.315

-1.582

1a en b. Hulp aan vluchtelingen uit Oekraïne

Voor de opvang van en hulp aan vluchtelingen voor Oekraïne is een raming gemaakt voor 2022. Deze raming is nog niet volledig, maar wij hechten aan een budgettair mandaat van de gemeenteraad. De raming telt op tot € 8,0 miljoen met de volgende indeling:

  • kosten opvang gemeentehuis Beemster, Burggolf Purmerend en de tijdelijke woningen Verzetslaan € 3.056.000;

  • maaltijden, vervoer en diverse kosten € 2.190.000;

  • onderwijs: € 100.000;

  • leefgeld: € 1.188.000;

  • projectleiding en begeleiding € 919.000;

  • onvoorzien € 547.000.

De verwachting is dat het Rijk deze uitgaven in haar geheel compenseert. In de VNG ledenbrief van 18 maart jl. is gemeld dat het uitgangspunt is dat het kabinet van rijkswege de kosten die gemaakt zullen worden door gemeenten zal vergoeden en dat gemeenten er financieel niet op achteruit mogen gaan. In afwachting van de financieringssystematiek van het kabinet volgen we de algemene lijn als bij corona: dekken uit de algemene reserve en bij compensatie weer terug laten vloeien.

2. GEO basisregistratie en informatievoorziening (uitbreiding formatie)

Door de forse toename in woningvoorraad en het adequaat inspelen op de (toekomstige) Samenhangende Objectenregistratie (SOR) is structurele uitbreiding van GEO-formatie noodzakelijk. De SOR wordt een landelijke uniforme registratie met daarin basisgegevens over objecten in de fysieke werkelijkheid. De huidige BAG, BGT en WOZ worden geïntegreerd in 1 basisregistratie. Momenteel is het nodig extra inhuur in te zetten om onze wettelijke taken uit te voeren. De voorgestelde uitbreiding betreft 2,5 FTE.

3. Vergunningverlening APV en bijzondere wetten (uitbreiding formatie)

Purmerend groeit en leeft. Er is sprake van een forse toename van vergunningplichtige bouwwerken op straat, toename in de te nemen verkeersmaatregelen en meer vraag naar ontspanning en vermaak van onze inwoners. In onderstaande tabel is waarneembaar dat het aantal vergunningen, ontheffingen en meldingen is toegenomen. Noodzakelijke uitbreiding van het Omgevingsteam van 1 FTE wordt aan u voorgesteld.

Aantallen

2019

2020

2021

Vergunningen voorwerpen op weg

253

260

378

Verkeersmaatregelen

51

49

96

Ov. vergunningen, ontheffingen, meldingen evenementen

435

465

480

4. Sociaal Medische Indicatie (SMI)

Er is een structureel tekort op het budget SMI. De prognose voor 2022 en de jaren erna is € 373.000. Daarvan gaat 80% ten laste van Jeugd en 20% ten laste van het Onderwijsachterstandenbudget (Spuk OAB). Het tekort waarvoor budget gevraagd wordt is € 30.000 vanaf 2022. Recent is SMI geëvalueerd en er lijkt een stabilisatie in de aantallen indicaties te ontstaan. Dat komt doordat er meer aandacht is voor het feit dat gezinnen tijdelijk in deze regeling zitten en daarnaast wordt er meer ingezet op andere oplossingen binnen het netwerk van het gezin. Bijraming van het budget is noodzakelijk.

5. GGD 3.0

Op dit moment wordt er gewerkt aan GGD 3.0. Dit project moet resulteren in het opstellen van een nadere analyse naar het toekomstbestendig maken en houden van de GGD en de organisatie en de samenwerking daarnaar in te richten. In het kader van GGD 3.0 is een tweetal knelpunten gepresenteerd die thans worden uitgewerkt. Dit betreft knelpunten in de bedrijfsvoering en het knelpunt Meldpunt en Advies Bijzondere Zorg (MABZ). Het aantal meldingen voor het MABZ is structureel hoger dan de 605 meldingen waarop de begroting van de GGD enige jaren geleden is gebaseerd. In 2021 zijn er meer dan 1.000 meldingen behandeld. Deze toename is toe te schrijven aan de wachtlijsten voor behandeling in de GGZ. Aan de GGD is gevraagd om de budgetaanvragen voor deze knelpunten nader te onderbouwen. De verwachting is echter dat deze knelpunten in ieder geval deels onvermijdelijk zijn. Om die reden wordt voorgesteld rekening te houden met een stelpost van 50% van de oorspronkelijke aanvraag. Het betreft een reservering van € 150.000.

6. GGD Jeugdgezondheidszorg

Vanaf 2019 is het aantal vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma uitgebreid, moeten gemeenten prenataal huisbezoek aanbieden (vanaf 1 juli 2022) en blijkt dat er een toename is in het aantal geboorten. De gemeente krijgt voor deze ontwikkelingen middelen in het Gemeentefonds die worden doorgezet naar de GGD. Dit is budgettair neutraal. Er is echter ook sprake van een toename van het aantal geboorten waardoor er in 2021 235 meer kinderen gebruik maakten van de Jeugdgezondheidszorg dan waarmee in de vastgestelde begroting 2022 rekening is gehouden. Hiervoor is extra bekostiging van de GGD nodig. In 2022 betreft dit een bedrag van € 57.000 en vanaf 2023 circa € 72.000.

7. GGD Veilig Thuis

Het aantal meldingen en adviezen bij Veilig Thuis neemt sinds 2019 structureel toe, waardoor de in 2019 vastgestelde formatie niet meer afdoende is. Extern onderzoek wijst dit ook uit. Uitbreiding kan voor de helft bekostigd worden uit de extra regionale Rijksmiddelen (doeluitkering VrouwenOpvang; DUVO-gelden). Voor de andere helft is een verhoging van de reguliere gemeentelijke bijdrage nodig. Dit geldt voor alle gemeenten binnen Zaansteek-Waterland. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur van de GGD de overheadtarieven van Veilig thuis gelijk getrokken met het overheadpercentage voor de overige contracttaken van de GGD naar 21,5 % (was 12%). Hier wordt nog onderzoek naar gedaan. Vanaf 2023 gaat het om een verhoging van € 133.000.

8a en b. Energietoeslag

Zoals bekend neemt het Rijk aanvullende maatregelen met het oog op de stijgende energieprijzen en aanhoudende inflatie. Zo gaat de eenmalige energietoeslag voor mensen met een laag inkomen omhoog van € 200 naar € 800. In Purmerend was al eerder besloten tot het uitkeren van deze € 800 euro aan huishoudens met een laag inkomen die bekend zijn bij de gemeente. Het bedrag is eind maart 2022 automatisch op de rekening gestort. Daarnaast kunnen inwoners die tot de doelgroep behoren en geen automatische toeslag hebben ontvangen deze aanvragen. De minister heeft de gemeenten gevraagd de uitkering voor te schieten. De vergoeding wordt in mei ontvangen. In het huidige beeld gaat het om circa 3.800 huishouden. De begroting wordt voor deze uitkering inclusief uitvoeringskosten budgettair neutraal aangepast met € 3.200.000. In afwachting van de financieringssystematiek van het kabinet volgen we de algemene lijn die we ook bij corona hebben gedaan: dekken uit de algemene reserve en bij compensatie weer terug laten vloeien.

9. Peuteropvang, jeugd- en jongerenwerk, sport en RTV Purmerend

Bij het inregelen van enkele onderdelen van Beemster in de begroting van Purmerend is een aantal zaken geconstateerd die aanpassing van de begroting vragen. (1) Door groei van Zuidoostbeemster zijn nieuwe groepen nodig voor de peuteropvang Beemster. De verordening van de peuteropvang stelt dat de gemeente een kostendekkende kostprijs financiert, waarbij de subsidiemethodiek geld-volgt-kind wordt toegepast. Dit houdt in dat als er extra groepen komen, ook deze afgenomen uren in aanmerking komen voor de financiering. (2) Subsidie jeugd- en jongerenwerk: voor continuering van de 20 uur jongerenwerk in Beemster in 2022 heeft Clup een aanvullende beschikking 2022 van € 38.000. In de begroting was maar € 9.500 geraamd. Bijraming van € 28.500 is nodig. (3) Voor de Uitvoeringsbesluiten Subsidieverordening sport- en recreatieactiviteiten Purmerend 2022 was het nodig het subsidieplafond te verhogen van € 100.000 naar € 160.000. (4) Door de bestuurlijke fusie is het zendgebied van RTV Purmerend uitgebreid met het grondgebied van Beemster. RTV Purmerend was alleen actief in Purmerend en niet in Beemster. Om ook Beemster toegang te geven tot een Lokaal Toereikend Media Aanbod brengt dit extra kosten met zich mee voor RTV Purmerend. Daarom is structureel een hogere subsidie nodig.

10. Uitvoering Sociaal Woonakkoord (uitbreiding formatie)

In het Sociaal Woonakkoord Purmerend is aangekondigd dat er een programmaregisseur vanuit de gemeente wordt aangesteld om de diverse woonzaken met de coöperaties handen en voeten te geven. Daarnaast is het aantal vraagstukken op het beleidsveld Wonen zodanig omvangrijk dat er behoefte is aan een extra capaciteit op het beleidsveld wonen (denk hierbij aan tijdelijke woningen, urgenties etc.). Deze aanvraag betreft 1,5 FTE.

11. Zwerfafval

Vanaf 2013 wordt er door Nedvang een vergoeding verstrekt vanuit de raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. Met deze Zwerfafvalvergoeding kun je als gemeente je zwerfafvalaanpak verbeteren en versterken. De vergoeding biedt ruimte voor andere werkwijzen en extra maatregelen voor een schonere openbare ruimte. Per 1-1-2023 eindigt deze subsidie maar de activiteiten die daaruit bekostigd worden binnen gemeente Purmerend eindigen niet. Het gaat hierbij vooral om het faciliteren van ruim 500 vrijwilligers die zich bezighouden met zwerfafval rapen in de openbare buitenruimte. Hiervoor worden zwerfafvalgrijpers, ringen en vuilniszakken beschikbaar gesteld. Daarnaast worden ook adoptieprullenbakken beschikbaar gesteld. Ook de activiteiten, zoals structureel zwerfafvalonderzoek, van de landelijk bekende Zwerfinator (Dirk Groot) binnen gemeente Purmerend worden bekostigd uit deze subsidie. Als gevolg van al deze activiteiten, naast het reguliere onderhoud van de eigen organisatie, is Purmerend schoner dan ooit. Om alle hierboven benoemde activiteiten te kunnen continueren is er structureel € 110.000 benodigd. Hiervan kan 1/3 worden bekostigd uit de afvalstoffenheffing en 1/3 uit de rioolheffing. De aanvraag betreft het 1/3 deel ten laste van de algemene middelen.

12. Extra capaciteit dossiers openbare ruimte (uitbreiding formatie)

De komende periode staat een aantal beleidsmatige dossiers op het terrein van de openbare ruimte op de rol waarvoor geen capaciteit in de organisatie beschikbaar is. Maar die wel een grote impact hebben. Er is nu enkel een beleidsmedewerker openbare ruimte die vol zit met o.a. de actualisatie van de beheerplannen. Voor grote dossiers als overdracht wegenbeheer HHNK, toekomst begraafplaats en integratie groenkoers/bomenplan/parkenplan is geen capaciteit aanwezig. Gelet op de impact acht het college versterking voor de komende 3 jaar noodzakelijk.

13. Herinrichting omgeving MFC De Boomgaard (kredietaanvraag € 785.000)

Het toenmalige college van Beemster heeft op 27 oktober 2020, vanwege de hoogoplopende discussies over de verkeersveiligheid rond het MFC De Boomgaard, besloten tot uitwerking van de herinrichting van de omgeving. De raad van Beemster is hierover geïnformeerd waarbij een kredietaanvraag in de Kadernota is aangegeven. De herinrichting moet bijdragen aan meer ruimte voor fietsers en voetgangers, een overzichtelijker parkeersituatie en een schoolomgeving waar de auto te gast is en de snelheid laag is. Om dit te realiseren is een krediet nodig van € 785.000 voor herinrichting van de omgeving van het multifunctioneel centrum De Boomgaard. Dit leidt tot extra kapitaallasten van € 39.250 (vanaf 2024) en wordt in 25 jaar afgeschreven.

14. Duurzame inzetbaarheid zware beroepen

Door het verdwijnen van seniorenregelingen en het verhogen van de AOW-leeftijd moeten medewerkers van Beheer openbare ruimte (BOR) langer door blijven werken. Dit heeft effect op het verzuim, de gezondheid en vitaliteit van de medewerkers. De inzetbaarheid en productiviteit van met name oudere medewerkers, die veelal fysiek zwaar werk moeten verrichten, neemt af. Hiervoor wordt ingehuurd om het werk af te krijgen. Dit leidt structureel tot overschrijding van het budget. Voor deze problematiek van zware beroepen is structureel aanvullend budget nodig van € 160.000.

15. Herschikking groenbeheer (formatie uitbreiding)

Werkom onderhield eerst twee wijken in Purmerend , maar sinds 2021 nog maar 1. De wijk die zij niet meer onderhouden is Overwhere. Het beheer en onderhoud van Overwhere vindt nu plaats in eigen beheer. De kosten die gemoeid waren met het onderhoud vanuit Werkom bedroegen € 326.000. Deze middelen worden omgezet naar loonsom. Voor de uitvoering van het bomenplan en diverse projecten in de stad is gebleken dat er de noodzaak is voor een opzichter bomen. Deze taak is niet binnen de bestaande organisatie op te vangen. Voor deze vraagstukken is een structurele bijraming nodig van € 41.000 vanaf 2022.

16. Asbestsanering Overwhere Zuid

Tijdens werkzaamheden voor het Project Overwhere Zuid is asbest in de bodem nabij de hoek van de Flevostraat en Rivierenlaan aangetroffen. Uit het onderzoek is gebleken dat er geen sprake van een onaanvaardbaar risico waardoor de sanering formeel niet als spoedeisend wordt gezien. Het advies is om de verontreinigde grond wel te saneren gezien de publieke functie en de ligging van de vervuilling naast de kinderspeelplaats en voetbalveldje. Gezien de zorgplicht van de gemeente willen we het advies opvolgen. Met de sanering is een incidenteel bedrag gemoeid van € 50.000.

17.Beheerplan beweegbare bruggen 2022 (kredietaanvraag € 1.476.578)

Voor de beweegbare bruggen is een beheerplan opgesteld. Per brug zijn de kosten inzichtelijk. Het beheerplan is gericht op het minimaliseren van het aantal storingen en het vergroten van de bedrijfszekerheid tegen zo laag mogelijke kosten gedurende de levensduur van de brug. Er is gekozen om groot civiel technisch onderhoud en vervangingen installaties gelijktijdig uit te voeren. De middelen van het beheerplan zullen worden betrokken bij de begroting 2023. De voorbereiding van de renovaties van de Beemsterbrug en de Wheermolenbrug kunnen hier echter niet op wachten. Voorstel is om hiervoor krediet en budget beschikbaar te stellen. De financiële gevolgen zijn hieronder weergegeven.

Ontwikkeling beheerplan (bedragen in €)

2022

2023

2024

2025

2026

A. Exploitatie:

Benodigd exploitatie dagelijks en groot onderhoud

946.335

682.615

493.600

284.967

610.120

Beschikbaar exploitatie dagelijks en groot onderhoud

915.294

532.454

537.422

542.943

542.943

Financiele gevolgen exploitatie dagelijks en groot onderhoud

-31.041

-150.161

43.822

257.976

-67.177

B. Kredieten benodigd:

Krediet Installaties Beemsterbrug

500.000

1.139.442

-

-

-

Krediet Installaties Wheermolenbrug

500.000

1.174.853

-

-

-

Krediet Installaties Kooimanbrug

-

-

267.924

-

-

Krediet Installaties Jan Blankenbrug

-

-

-

-

800.426

Totaal kredietaanvraag Installaties beweegbare bruggen

1.000.000

2.314.295

267.924

-

800.426

Financiële gevolgen exploitatie kapitaalslasten

-

-

-165.715

-177.785

-176.352

C. Vrijval beschikbare kredieten:

Krediet installaties

-1.129.324

-80.000

-

-

-

Krediet groot onderhoud

-660.059

-90.000

-246.684

-700.000

-

Totaal vrijval aan kredieten

-1.789.383

-170.000

-246.684

-700.000

-

Totale financiële gevolgen exploitatie kapitaalslasten

-

119.241

129.728

136.017

155.855

Totale financiele gevolgen exploitatie (A+B-C)

-31.041 (N)

-30.920 (N)

7.835 (V)

216.208 (V)

-87.674 (N)

18. Ontwerpkosten parkenplan (incl. correctie VAT)

Vooruitlopend op de vaststelling van de business case zijn er in 2021 al voorbereidingsbudgetten (€ 160.000 in totaal) beschikbaar gesteld voor het Kooimanpark, Park De Noord en Leeghwaterpark. Deze budgetten blijken niet toereikend te zijn. Oorspronkelijk zijn enkel de kosten voor de ontwerpopgave voor een extern landschapsbureau geraamd. Het blijkt nu echter dat er nog aanvullende onderzoeks- en procedurele kosten gemaakt moeten worden om tot een robuust ontwerp te komen. Om het ontwerpproces voor het Kooimanpark en Park De Noord af te ronden en het ontwerpproces voor het Leeghwaterpark uit te voeren is er in 2022 eenmalig extra voorbereidingsbudget nodig (circa € 125.000).

19. Handhaving openbare buitenruimte (formatie uitbreiding)

In de begroting is er sprake van een doorrekening van handhavingskosten (14 FTE) aan handhaving parkeren. Inmiddels zijn alle kosten en baten van parkeren doorgerekend en gebleken is dat de doorrekening van handhavingskosten aan de parkeerexploitatie te hoog is. Een realistischer beeld is 11 FTE. Als de parkeerexploitatie als een resultaat van relevante kosten en opbrengsten wordt gezien, dan moet de handhavingsformatie gecorrigeerd worden. Het verschil wordt op dit moment gebruikt voor de afhandeling van MOR-meldingen en voor het mogelijk maken van 7 dagen beschikbaarheid (3 groepen rooster). Deze zijn over de laatste jaren enorm toegenomen (exclusief coronameldingen). De afhandeling van meldingen openbare buitenruimte is belangrijk. Op deze manier kan handhaving gericht worden ingezet daar waar de ergernissen in de stad en dorpen spelen en kan een essentiële bijdrage worden geleverd aan een schone en veilige omgeving. Om de handhavingsformatie (3 FTE) op een juiste wijze onze begroting te borgen is dekking nodig vanuit de algemene middelen in plaats van de parkeergelden. Een structurele bijraming van € 197.000 (2026) is noodzakelijk.

20. Voorziening wachtgeld bestuurders

De wachtgelden van bestuurders is geactualiseerd na de vorming van een nieuw college in 2022. De actualisering houdt in dat de voorziening opgehoogd moet worden met € 259.021. Dit wordt ten laste gebracht van het begrotingssaldo.

D. Indexatie

In de begroting is een stelpost opgenomen betreffende de ontwikkeling van lonen en prijzen van materiële budgetten. Dit laatste betreft de kosten van derden (goederen en diensten die aan de gemeente worden geleverd). Het gaat hier bijvoorbeeld om de kosten van energie, kantoorartikelen, accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties). In de exploitatiebudgetten is deze groei niet functioneel op de programma's verwerkt. Reguliere stijgingen dienen binnen het betreffende programma/product te worden opgevangen. Op deze regel is een uitzondering: als er sprake is van excessieve stijgingen kan met onderbouwing aanspraak worden gemaakt op deze collectieve stelpost. Zo wordt het budget ingezet waar dit het meest nodig is. Gezien de huidige prijs- en loonstijgingen op onderstaande onderdelen, is er nu voor gekozen om een deel van de collectieve stelpost LPO in te zetten.

D. Indexatie (bedragen x € 1.000)

Programma/beleidsveld

2022

2023

2024

2025

2026

I/S

1

Indexatie Integraal Huisvestingsplan (IHP)

02. Samenleving/onderwijs

-56

9

65

45

38

S

2a

Indexatie zorgsalarissen WMO

02. Samenleving/mo

-392

-400

-408

-416

-421

S

2b

Indexatie zorgsalarissen Jeugd

02. Samenleving/jeugd

-501

-511

-521

-532

-542

S

3

Indexatatie subsidies naar 2,5%

02. Samenleving

-14

-172

-334

-500

-500

S

4

Indexatie bedrijfsvoeringsbudgetten incl. correctie doorbelastingen

Overzicht Overhead

-320

-346

-355

-361

-367

S

Totaal indexatie

-1.283

-1.420

-1.554

-1.764

-1.793

1. Indexatie Integraal Huisvestingsplan (IHP)

De bedragen opgenomen in het IHP zijn begroot op basis van prijspeil 2020. Gezien de stijging van de bouwkosten stelt het college voor de indexering hierop aan te passen. Om de indexatie vast te stellen is door een onafhankelijk bureau de indexatie van 2020-2022 en van januari 2022-januari 2023 doorgerekend. Het betreft nieuwbouw en kinderopvang. De bouwkosten zijn enorm gestegen. Door te indexeren zijn de kredieten weer in lijn met de markt. Daarnaast worden de huurinkomsten van de kinderopvang in lijn gebracht met de indexatie. Gebleken is dat in het huidige IHP bij de aanvraag van de scholen ook de investeringsbedragen van de kinderopvang zijn meegenomen en niet gesplitst waren. Dit had wel gemoeten, omdat er voor kinderopvang een huur ontvangen wordt waardoor het geheel budgettair neutraal is. Door dit nu recht te trekken ontstaat er een financieel voordeel (zie regel 2B in de tabel). In dit vraagstuk zijn ook meegenomen 1) aanvragen 2022-2026 kinderopvang bij scholen (budgetneutraal), 2) indexatie beschikbaar gestelde sloopkosten en 3) indexatie beschikbaar gestelde tijdelijke huisvestingskosten.

Bij de uitvoering van het IHP lopen we ook tegen een aantal actualiseringsvraagstukken aan zoals:

  • een stijgende trend van leerlingenaantallen met een toename van het aantal m2;

  • een verhoging op het lopende onderwijsbudget;

  • niet voorziene sloopkosten en een businesscase voor tijdelijke huisvesting;

  • impact nieuwbouw op de infrastructuur en verkeerstromen in het belang veiligheid van leerlingen (inrichting openbare ruimte).

Deze vraagstukken willen wij nader uitwerken richting de begroting 2023. De uitbreiding van de basisschool de Vlieger wordt in een separaat voorstel aan de raad voorgelegd.

2a en b. Zorgsalarissen Wmo en Jeugd

Op 23 september 2021 heeft het kabinet ervoor gekozen om het OVA-percentage (Overheidsbijdrage in arbeidskostenontwikkeling) voor 2022 met 1,13% extra te verhogen naar 3,87% met als doel om de salarissen in de sector zorg en welzijn te verbeteren. In de aanbesteding van de specialistische jeugdhulp en de Wmo is ook uitgegaan van indexatie met de OVA-percentage. Dit is nodig om zo budgetproblemen te voorkomen door de stijgingen van de salarissen in de zorg. In de begroting 2022 was rekening gehouden met een indexatie van 2% op deze budgetten. De overige jaren hebben we op 2% laten staan. Deze extra indexatie van 1,87% kost voor Wmo en jeugd structureel ruim € 0,9 miljoen. De dekking komt uit de stelpost loon- en prijsontwikkeling. De huidige compensatie in het gemeentefonds is overigens niet voldoende voor dekking van deze loonontwikkeling. Herijking bij de meicirculaire wordt verwacht (zie daarvoor ook bijlage II).

3. Subsidies

In de begroting 2022 is besloten de indexering op de subsidies te verhogen naar 2,5%. Abusievelijk is de verhoging alleen doorgevoerd voor de jaarschijf 2022. Dit wordt nu meerjarig hersteld door de subsidies te verhogen met 2,5%.

4. Budgetten bedrijfsvoering

Bij het inregelen van enkele onderdelen binnen bedrijfsvoering is een aantal zaken geconstateerd die indexering en aanpassing van de begroting vragen: 1) werkbudget directie, diverse kosten facilitair, digitale verslag raads- en commissievergaderingen griffie en advertentiekosten communicatie, 2) verhoging contract catering en beveiligingsdiensten, 3) nieuw schoonmaakcontract en 4) ICT licenties.

E. Dekkingsplan

Gemeenten zijn wettelijk verplicht een structureel en reëel sluitende begroting in te leveren. Met uw raad is dit nooit als een technische afspraak gezien, in Purmerend hebben we graag de financiën op orde. Er is daarom voor deze Kadernota een dekkingsplan gemaakt om de jaarrekeningeffecten, onvermijdelijke ontwikkelingen en indexaties van afdoende middelen te voorzien. Voor keuzes en nieuwe investeringen is ervoor gekozen om de uitwerking van het coalitieakkoord inclusief investeringsagenda en de meicirculaire 2022 (uitwerking Voorjaarsnota Rijk) af te wachten om te komen tot een sluitende begroting voor periode 2023-2026. In de onderstaande tabel zijn de middelen van het dekkingsplan opgesomd:

E. Dekkingsplan (bedragen x € 1.000)

Overzichten

2022

2023

2024

2025

2026

I/S

1

Inzet reservering ontwikkelingen Werkom

Alg.dek.middelen

750

1.000

-

-

-

I

2

Inzet stelpost loon-/prijsontwikkelingen

Alg.dek.middelen

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

S

3

Vrijval reservering herijking gemeentefonds

Alg.dek.middelen

-

1.000

1.000

1.000

1.000

S

4

Vrijval restant stelpost middelen gemeentefonds Wet Open Overheid

Alg.dek.middelen

46

72

102

129

122

S

5

Aanpassing garantstellingsprovisie HVC

Alg.dek.middelen

24

24

25

25

25

S

6

Uitwerking decembercirculaire 2021 (incl. jeugdzorg)

Alg.dek.middelen

191

-

-

-

I

Totaal dekkingsplan

2.211

3.297

2.326

2.354

2.347

De belangrijkste ontwikkelingen op het dekkingsplan worden hieronder toegelicht.

1. Koers herijking Werkom

Om in de toekomst zoveel mogelijk inwoners op een goede manier naar werk te kunnen blijven begeleiden hebben gemeenten Zaanstad, Purmerend en Werkom een toekomstsscenario uitgewerkt. Dit scenario betreft een doorontwikkeling van Werkom als sociaal ontwikkelbedrijf. Dit voorstel is aangenomen in de raad van februari 2021 (besluit 1561465). Met deze doorontwikkeling gaat Werkom de komende tijd aan de slag. In de eerste begrotingswijziging 2022 is een stelpost gevormd voor de problematiek van de Participatiewet/Werkom van € 750.000 in 2022 en vanaf 2023 € 1.000.000 structureel. Deze kan voor 2022 en 2023 vrijvallen omdat de algemene reserve van Werkom nog ruimte bevat.

2. Inzet stelpost loon-/prijsontwikkelingen (LPO)

In deze onzekere tijden is het lastig om de (economische) toekomst te voorspellen. Zag het er in het begin van dit jaar nog naar uit dat de hogere inflatie tijdelijk zou zijn, na de inval van Rusland in Oekraïne zou de hoge inflatie wel eens wat langer blijvend kunnen zijn. De prijzen van energie (olie, gas), voedingsmiddelen (tarwe, graan), grondstoffen en bouwmaterialen (staal, hout) stijgen in een rap tempo. Ook zien we dat producenten hun productie tijdelijk stop zetten, wat weer leidt tot leveringsproblemen. Het Centraal PlanBureau (CPB) schat dat in 2022 de inflatie uitkomt op gemiddeld 5,2% en de koopkracht negatief zal zijn. Deze landelijke trend zien we ook lokaal terug met grote kostenstijgingen op kapitaalwerken, open einde regelingen, vastgoed en openbare werken. In deze Kadernota hebben we alvast een voorschot moeten nemen op deze prijstijgingen voor het Integraal Huisvestingsplan (IHP), zorgsalarissen jeugd en Wmo en bedrijfsvoeringsbudgetten (zie onderdeel D indexatie). Voor nu is er gekozen om voor deze hogere loon- en prijstijgingen de stelpost LPO als dekking in te zetten voor structureel € 1.200.000. Deze stelpost LPO is overigens niet afdoende om de loon- en prijsstijgingen voor de komende jaren af te dekken. Deze zal in het kader van de meicirculaire 2022 opnieuw moeten worden bezien. De bijraming voor prijsstijgingen van de kredieten bij vastgoed en openbare ruimte komt terug in de begroting 2023.

3. Herverdelingseffect herijking gemeentefonds

In de begroting 2022 is het voorlopige nadelige herverdeeleffect voor Purmerend al voorzien. Dit nadeel was gebaseerd op de stand augustus 2021 (peiljaar 2019). In december 2021 is gebleken dat het Rijk abusievelijk de werkwijze voor de middelen integratie-uitkeringen Voogdij 18+ en participatie niet op de juiste methode heeft verwerkt. Uit deze nieuwe publicatie met peiljaar 2019 blijkt het herverdeeleffect voor Purmerend minder nadelig uit te vallen (daling van -€ 143 per inwoner naar -€ 102 per inwoner). Overigens blijft Purmerend een nadeelgemeente. Hierdoor kan de reservering voor het nadelig herverdeeleffect met € 1 miljoen worden verlaagd vanaf 2023. De verwachting is dat de herverdeling van het gemeentefonds, ondanks de resolutie van de VNG, toch per 2023 wordt ingevoerd. De reservering voor Purmerend komt hiermee uit op € 0,3 miljoen in 2023 en voor de jaren 2024 e.v. € 1,3 miljoen, waarbij we in ogenschouw moeten nemen dat het hier gaat om een voorlopige uitkomst die nog verwerkt moet worden naar een recent peiljaar.

4. Vrijval restant stelpost middelen gemeentefonds Wet Open Overheid

Het onderdeel Wet Open Overheid wordt toegelicht in de bijlage budgetneutraal. Na aanwending voor wettelijke verplichtingen blijven middelen over omdat er in de Kadernota 2022 reeds middelen voor de invulling van deze wettelijke taak beschikbaar gesteld werden.

5. Aanpassing garantstellingsprovisie HVC

In Beemster werd de opbrengst garantstellingsprovisie HVC betrokken in het tarief afvalstoffenheffing. In Purmerend gebeurt dit niet. In het kader van de harmonisatie wordt deze bate overgeheveld naar de deelnemingen.

6. Ontwikkeling decembercirculaire 2021

De decembercirculaire 2021 is gebaseerd op de Najaarsnota van het Rijk. Deze circulaire heeft doorgaans een beperkte strekking en richt zich op de jaarafsluiting door het Rijk en de gemeenten. De uitkeringsfactor voor 2022 stijgt ten opzichte van de septembercirculaire 2021 met 2 punten. Dit levert incidenteel een voordeel op van € 191.000.

Jeugdzorg
Met het Rijk, IPO en VNG is afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenraming voor de jaarschijven 2023 tot en met 2025 rekening mogen houden met 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Deze richtlijn voor de extra structurele middelen jeugdzorg is in de begroting 2022 als volgt verwerkt:

Bedragen x € 1.000

2023

2024

2025

2026

Afwijking 25-26

Arbritragecomissie van Wijzen

1.454

1.365

1.258

867

-391

Spelregel vanaf 2023 75%

1.091

1.024

944

650

-294

Opgenomen stelpost Purmerend o.b.v. spelregel(75%) begroting 2022

6.260.616

5.877.401

5.416.682

3.733.118

-1.683.563

Het opnemen van een nieuw jaarschijf 2026 laat zien dat de reeks over de Hervormingsagenda Jeugd 2026 ten opzichte van 2025 met € 391 miljoen daalt. Hierdoor daalt de algemene uitkering voor Purmerend met bijna € 1,7 miljoen in 2026 en dit zou het beeld van de begroting fors verslechteren. Deze daling is al verwerkt in de decembercirculaire 2021, maar nog niet in deze Kadernota. De reden hiervoor is dat het Rijk geen structureel perspectief laat zien voor de gemeenten na 2025. De verwachting is dat het Rijk voor de periode ná 2025 vlak voor de zomer komt met een contourennota waarin meer duidelijkheid wordt gegeven aan gemeenten over de vergroting van de autonomie, een stabielere bekostigingssystematiek en de mogelijkheid van een groter eigen belastinggebied. De verwerking hiervan komt dan terug in de Begroting 2023.

Daarnaast blijkt uit de startnota van het Rijk dat er voornemens zijn extra te bezuinigen op jeugdzorg bovenop de reeks van de Commissie van Wijzen is doorgevoerd (vanaf 2025 € 500 miljoen structureel). De verwachting is dat deze korting budgetneutraal verloopt voor de gemeenten door de invoering van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Vanwege deze bezuinigingen hebben de gemeenten hun medewerking aan de Hervormingsagenda Jeugdzorg stopgezet.

Vanwege de ophef en onduidelijkheid is dit nadeel op de jeugdzorgcompensatie in deze Kadernota niet meegenomen. Het voordeel van de groei van de algemene uitkering/OZB door extra woningen en inwoners in 2026 hebben we daarom ook niet meegenomen. In deze Kadernota is het uitgangspunt derhalve 2026 = 2025.